WILLIAM COLGATE (1783-1857)
Vanaf zijn vijftiende werkte William bij een kaarsenmaker in Baltimore. In 1804 vond hij werk bij de grootste kaarsenhandelaar van New York. Voor het maken van kaarsen werd in die dagen nog gebruik gemaakt van talg, dierlijk vet, zelfs van honden en katten. Als nevenproduct ontstond daarbij een primitieve, zeer vette zeep. Twee jaar later ging de handelaar failliet. Colgate begon meteen een eigen kaarsen- en zeephandel in Dutch Street, net achter Broadway. Met zijn eerste winst kocht hij voor zijn vader een nieuwe boerderij. Hij besloot jaarlijks 10% van zijn winst aan een goed doel te besteden. Een voornemen waar hij zich tot aan zijn dood aan zou houden. Tegen de tijd dat zijn drie zonen opgroeiden verdiende hij voldoende geld om hun een opvoeding aan een privé-school te verzekeren. De oudste, James Boorman, stichtte een bank op Wall Street; de tweede, Robert, werd fabrikant van wit lood, gebruikt in verven, en Samuel, de jongste, kwam op zijn zestiende in het bedrijf van zijn vader werken. Volgens zijn biografen had Colgate zowel een scherp oordeel als een duidelijke visie en maakte hij op commercieel vlak nooit fouten. Hij bezat een buitengewoon opgewekt humeur en ging met zijn werknemers om alsof het zijn vrienden waren. Zijn hele leven was William Colgate een voorman van de baptistencongregatie. Hij trad tot de kerk toe in het jaar dat hij zeepmaker werd en stopte veel geld in de missieorganisatie en het bijbehorende bijbelgenootschap. De acht laatste jaren van zijn leven was hij schatbewaarder van de American Bible Union, die hij hielp oprichten. Vanaf 1820 leverde hij kapitaal voor een theologisch seminarie in Hamilton, New York, dat later uitgroeide tot een universiteit. In 1890 werd de naam ervan veranderd in die van de voornaamste geldschieter: Colgate University. Aromatische tandpasta, eerst nog in potten, kwam pas vijftien jaar na zijn dood op de markt. Op de dag van haar honderdjarig bestaan bood de firma een assortiment aan van 160 soorten toiletzeep en 625 parfums. In 1910 werd de fabriek verplaatst naar Jersey City, waar ze vandaag nog gevestigd is. De fusie met Palmolive dateert van 1928.
|